Alleen mogelijk in China

13 oktober 2016 - Hong Kong Island, China

Midden in een van de drukste vakantieweken van het jaar arriveer ik in Nanjing.  Hoofdstad van China tijdens de Ming dynastie en in het begin van de 20e eeuw tijdens het bewind van de Kwomintang. Ik ben hier twee dagen en wil sowieso het Nanjing Museum zien waar ik veel goede verhalen over heb gehoord. Ook wil het monument zien dat de bezetting door de Japanners in 1937 herdenkt waarbij 300.000 mensen op brute wijze zijn vermoord en waarbij in de eerste maand van de bezetting minstens 20.000 vrouwen in de leeftijd van 11-76 jaar zijn verkracht. Deze vernedering is nog steeds een groot litteken op de ziel van alle Chinezen. 

Ik stel me in op drukte en ga vol goede moed op pad. Als ik op het juiste station uit de overvolle metro stap hoef ik me alleen maar in de vette stroom mensen te voegen om op de juiste plek uit te komen. Het museum is gigantisch groot. Het bestaat uit een complex van veel verschillende gebouwen. Het wemelt overal van de mensen, veel families. Overal staan rijen. Hoe kom ik aan een kaartje? De overheidsmusea zijn gratis in China maar je moet een toegangskaartje hebben. En dat kaartje krijg je alleen als je je paspoort kunt laten zien. Chinezen moeten dat kaartje al een paar weken voor bezoek aanvragen. Je tas wordt bij de ingang gescreend, het hoekje van je kaartje wordt door iemand gescheurd en daarna wordt er een stempel op het kaartje gezet en mag je naar binnen. Deze procedure wordt ook toegepast als er 10.000 mensen naar binnen willen. Nu ben ik bij het Rijksmuseum wel wat drukte gewend maar zelfs de rijen bij het Anne Frankhuis zijn peanuts bij deze mensenmassa. Het duurt allemaal lang maar ik kom binnen. Volgens mij ben ik de enige niet Chinees die zo gek is om op deze dag een museum te bezoeken. De collectie is zeker de moeite waard. Net als de presentatie, vooral bij recent opgeleverde tentoonstellingen. Veel archeologie en bijzondere grafvondsten.

Het is wel werken in de mensenmassa. Toch besluit ik om ook nog het monument van 'de Nanjing massacre' te bezoeken. Weer braakt de metro een stroom mensen uit. En het is zo mogelijk nog drukker. Ik twijfel of ik dit wel moet doen, maar besluit het maar te zien als een experience. De verkopers van Chinese vlaggetjes doen goede zaken in de rijen.

Hoewel onaangenaam druk, is het monument, dat een gigantisch groot complex is, met een groot museum, herinneringsvelden en een herdenkingshal, erg indrukwekkend. Geen detail van deze gruwelijke geschiedenis blijft ongetoond en voor het educatieve doel is herhaling duidelijk de toegepaste methode. Alle beelden zijn nogal expliciet en in de herdenkingshal zijn de resten van de slachtoffers, skeletten en botten,  tot mijn verbazing gewoon zichtbaar. Ik kende dit deel van de Chinese geschiedenis niet. Als ik Japanner was zou ik niet in Nanjing rond durven lopen na een bezoek aan deze plek. 

Nogal vermoeid rol ik die avond in mijn bed. En de volgende dag besluit ik niet meer naar historische sites te gaan maar uitsluitend naar kunstmusea. Die zijn duidelijk niet populair. Want kan ik op straat weer over de hoofden van mensen lopen, in het grote prestigieuze provinciale kunstmuseum loopt een handjevol mensen. De kalligrafie tentoonstelling is alleen in het Chinees en bestaat uit twee grote verdiepingen. Een derde verdieping is gesloten voor publiek. De architectuur van dit in 2010 heropende provinciale museum is opvallend. Er is een wervende mooi vormgegeven brochure in het engels maar verder is het een dood gebouw.

Ik had op mijn lijst ook nog het Sifang Art museum staan. Dit privé museum voor hedendaagse kunst blijkt buiten de stad te liggen op 1,5 uur reizen van het centrum. Alles beter dan me weer in die mensenbrij te wurmen. Ik had een contactpersoon van dit museum gemaild maar geen antwoord gekregen.

Gewapend met een gedetailleerde routebeschrijving in het Chinees kom ik met metro, lokale bus en een soort gemotoriseerde tuktuk in een nationaal park terecht waar ik totaal verrast wordt door de bijzondere architectuur van het museum. Geweldig hoe dit gebouw, ontworpen door de Amerikaanse architect Steven Holl, een eenheid vormt met het landschap. Ik zie meer gebouwen in het landschap en achter het museum wordt druk gebouwd. Ook op deze vakantiedag.

Ik bezoek de tentoonstelling. Een locatiespecifiek project waarbij 20 Chinese kunstenaars zijn uitgenodigd een relatie aan te gaan met het omringende Laoshan berg- en bosgebied. Ook in dit prachtige museum zie ik slechts een handjevol mensen. Jonge hippe mensen. Onbegrijpelijk voor zo'n mooie plek in dit bijzondere natuurgebied, met zulk mooi weer in een vakantieweek. Ik vind het overigens heerlijk!

Ik ga op zoek naar mijn contactpersoon maar die blijkt er niet meer te werken. Ik spreek haar ( goed engels sprekende) opvolger Yvonne Shi, die aangeeft dat het ook haar laatste week is. Omdat het museum zo afgelegen ligt geeft Yvonne aan dat het een probleem is om goed personeel en vrijwilligers te vinden.

Yvonne Shi vertelt dat Lu Xun directeur is van het museum. Hij behoort tot de top 100 verzamelaars ter wereld en heeft een enorme kunstcollectie van Chinese en Westerse kunst. Hij bezit werk van oa Anselm Kiefer en Luc Tuymans. Met de laatste kunstenaar is hij bevriend. Lu Xun is 33 jaar oud en heeft in de VS gestudeerd. Hij is de zoon van Lu Jun, eigenaar en vastgoedontwikkelaar van het het natuurgebied. Het museum blijkt slechts een onderdeel te zijn van een ambitieus megaproject waar al 10 jaar aan wordt gewerkt. De bouwactiviteiten naast het museum moeten leiden tot een resort dat volgend jaar gereed moet zijn. Verder zijn er 20 gebouwen die ontworpen zijn door vermaarde architecten: een hotel complex, een groot conferentiecentrum en villa's. De rest van de middag val ik van de ene in de andere verbazing. 10 gebouwen zijn ontworpen door buitenlandse architecten en 10 door Chinese architecten waaronder Pritzker prijs winnaars Wang Shu en Sanaa. Naast Steven Holl staan er gebouwen ontworpen door David Adjaye, Ai Weiwei, Arata Isozaki en architecten die ik niet ken van over de hele wereld. Ik besteed de hele middag in het natuurpark  en loop langs alle projecten en ben getroffen door de schoonheid van de architectuur. Wat een megaproject! Wat een bijzondere gebouwen. Maar nauwelijks tot geen bezoekers. Helaas zijn de gebouwen zelf niet toegankelijk en zie ik dat een paar bijzondere gebouwen niet afgebouwd zijn. Het hotelcomplex dat ook tot een van de projecten behoort lijkt zelfs al in verval. Ik probeer meer informatie te vinden over dit project en lees dat het complex in 2014 al gereed had moeten zijn. Ik zie dat er nog op grote schaal gebouwd wordt. Maar tegelijkertijd hebben de bestaande geweldige gebouwen zorg en aandacht nodig. Waarom is het gebied nu niet al toegankelijk? Met goede horecavoorzieningen? Nu is het al een fijne plek en ideaal om de drukte van de stad te ontvluchten en de schoonheid van de natuur, architectuur en kunst te ervaren. Ik mis een totaalconcept en een uitvoering waarin de bezoeker uitgangspunt is. Dit mis ik vaak in China. Projecten zijn dromen van individuen die onvoldoende in staat zijn om datgene wat ze teweeg willen brengen bij mensen te realiseren. Ik mis vaak de menselijke maat. En in China is de hiërarchie zo sterk dat niemand het in zijn hoofd haalt om kritische vragen te stellen aan mensen die hoger staan in de hiërarchie. Ik zie verspilde moeite en geld. Ik lees iets over rendement. De investeringen van dit project worden genoemd in termen van biljoenen. Maar ook lees ik dat het geheel 20 miljoen yuan per jaar moet opbrengen. Voorlopig zie ik alleen maar noodzaak tot investering en nog weinig mogelijkheid tot rendement. Verder lees ik over problemen met de bouw vanwege de complexe architectuur en het toepassen van materialen die niet beschikbaar zijn.

Ik ben benieuwd wat er van dit project terecht komt. Ik kijk ook nog op een gigantisch educatief complex in wording. Volgens Yvonne nog niet gereed maar bedoeld voor programma's voor kinderen. In de middle of nowhere?  Voorlopig ziet het er niet naar uit dat het complex binnen een jaar gereed is. Als het wel lukt en goed wordt gerund  is het een plek waarvoor je naar Nanjing wil reizen. In Europa zou je voor een project als dit een aparte vakantie boeken om het te zien.

Maar een project als dit bestaat niet in Europa. Dit is alleen mogelijk in China.

Overzicht van architecten die betrokken zijn bij dit project:

Liu Jiakun, Gary Chang, Ettore Sottsass, Steven Holl, David Adjaye, Wang Shu, SANNA, Mathias Klotz, Ai Weiwei, Arata Isozaki, Matti Sanaksenaho, Pirjo Sanaksenaho, Zhou Kai, Kazuyo Sejima, Ryue Nishizawa, Zhang Lei Luis M Mansilla, Emilio Tunon, Sean Godsell, Odile Decq, Liu Heng, Philip F. Yuan, Alberto Kalach, Yang Yonghe en Cui Kai.